zondag 13 februari 2011

Textiel

Het is zacht en flexibel. Het voegt zich. Het is het eerste materiaal dat je om je heen gewikkeld krijgt als je op de wereld gezet wordt. In de vorm van een luier of hempje Als kunstenaar kan ik ermee tekenen, vormen, scheuren, knopen, rollen, schilderen etc. Flexibilieit, even los van wat het in het leven moet betekenen voor mij, is een belangrijk aspect in mijn werk. Textiel is ruimtelijk van zichzelf. Ik eis dan ook van mezelf het ruimtelijke karakter te benutten. Het materiaal vraagt erom gezien te worden in al zijn facetten. Ik geef het die ruimte. (Lam de Wolf)

Wikipedia:

Textiel is letterlijk "al wat geweven is". Het woord is afgeleid van het Latijnse woord "texere" dat weven betekent.

In het moderne spraakgebruik wordt textiel veel ruimer gebruikt: textiel is een materiaal, dat bestaat uit filamenten (eindloze draden) of vezels (korte stukjes draad). Textiel is praktisch altijd vervormbaar en kan een, twee- of driedimensionaal zijn.

De samenhang in het textiele materiaal ontstaat door de grondstoffen te spinnen, twijnen (of kableren of slaan), weven, breien, knopen, vlechten of door er vilt (een soort harige vlies) van te vormen non woven (vliesvorming).

Na het spinnen is een eendimensionale textiel ontstaan: het garen. Ook getwijnde, gekableerde of geslagen textiel (twijn, touw of kabel) noemen we eendimensionaal omdat de dikte vergeleken met de lengte zeer klein is. Gebreide, geweven, gevlochten en geknoopte textiel gaat uit van garen en is meestal tweedimensionaal en in uitzonderingsgevallen driedimensionaal (afstandsweefsel of breisel, slangen, zakken, neuskegels van raketten). Gevlochten textiel is een- (koord), twee- (band) of driedimensioneel (omvlechtingen). Bij de vliesvorming is in tegenstelling tot de andere technieken niet altijd een garen nodig. Ook met losse vezels kan een textiel materiaal gevormd worden (o.a vilt). Vliezen zijn tweedimensionaal.

Van textiel worden onder andere kleding (waaronder bedrijfs- en beschermende kleding), huishoudtextiel, woningtextiel, technische textiel, geotextiel, rubberversterking en kunststofversterking gemaakt. Verder wordt textiel in allerlei hobby´s en in de kunst toegepast.

De ontwikkeling van spinnen en weven van katoen is vanaf 3400 v.Chr. in Egypte begonnen. Ook de zijdecultuur kan bogen op een lange geschiedenis, vanaf 2600 v.Chr. wordt in China zijde gesponnen en tot stoffen geweven. Er zijn bronnen die veronderstelling dat de textiel- en weefkunst al veel ouder is (20.000 v.Chr.), uit een van de belangrijkste vondsten van de laatste decennia, de ijsmummie Ötzi, blijkt in ieder geval dat hij in die tijd (3100 v Chr.) nog geen geweven textiel droeg.

Grondstoffen

De grondstof waaruit textiel gemaakt wordt zijn filamenten of vezels. Bij het benoemen van de grondstoffen spreekt men echter altijd van vezels en niet van filamenten.

De textiele grondstoffen kan men indelen in de volgende groepen:
-natuurlijke grondstoffen
vezels van plantaardige afkomst
vezels van dierlijke afkomst

-kunstmatige grondstoffen
vezels met een natuurlijke oorsprong
vezels met een synthetische oorsprong.


Verreweg de voornaamste plantaardige vezel is de katoen, gevolgd door linnen. Tegenwoordig worden in beperkte mate andere vezels zoals hennep,brandnetels, bamboe in kleding toegepast, terwijl verder nog voorkomen manilla, sisal, kokos enz.

De belangrijkste dierlijke vezel is wol en daarna zijde, angora, camel en diverse andere haarsoorten.

Eind negentiende eeuw zijn de eerste kunstmatige vezels gemaakt. Omdat de natuurlijke vezels bestaan uit lange moleculen, de macromoleculen, werd gezocht naar geschikte moleculen die uit goedkope natuurlijke grondstoffen gehaald konden worden. Hiervoor is het cellulose molecuul uit hout gebruikt. Hieruit is de eerste kunstmatige vezel op natuurlijke basis gemaakt: rayon.

In de twintigste eeuw werd gezocht naar synthetische macromoleculen waaruit vezels gemaakt konden worden. In 1938 werd de eerste geheel synthetische vezel ontdekt: Nylon, een polyamide vezel. Hierna worden nog zeer veel andere vezels ontwikkeld, zoals polyester, polyacryl, polyurethaan, polyetheen, polypropeen, aramide.
[bewerken] Technieken

De manieren om textiel te maken kunnen verdeeld worden in industriële en als hobby beoefende methodes.:

Industriële methodes

-Het maken van garen
vezelgarenspinnen
filamentgarenspinnen

-Het maken van doek
nonwovens
weven
breien
vlechten
knopen
tuften

Een aantal methodes, die als hobby uitgeoefend worden:

-Het maken van garen
spinnewiel
spintol

-Het maken van doek
haken
naaldbinden
punniken
knopen
macramé
kantklossen

Voordat textiel op de markt komt ondergaat het nog een of meer nabewerkingen. Deze zijn sterk afhankelijk van de toepassing. Enkele mogelijkheden zijn:

verven
bedrukken
nabehandelen om de eigenschappen te verbeteren
borduren
plooien of rimpelen
smocken
...

Textiel wordt niet alleen voor kleding gebruikt, maar ook in vele andere toepassingen zoals

-beschermende kleding zoals handschoenen tegen snijwonden, veiligheidskleding, kogelwerende vesten.
-huishoudelijke toepassingen, zoals in, poetslappen, dweilen, lakens, dekens, theedoeken, handdoeken, tafelkleden, zakdoeken.
-woningtextiel zoals vitrage, gordijnen, tapijt, vloerbedekking, zonneschermen.
-technische textiel zoals dekzeilen, tenten, parachutes, schermen, veiligheidsgordels, touwen.
-geotextiel zoals dijkbescherming, erosiebescherming, versteviging van de ondergrond onder wegen.
-rubberversterking zoals in fiets- en autobanden, transportbanden, slangen, rubberboten.
-kunststofversterking zoals versterking van polyester voor boten en auto´s en pantsering van auto´s.


Daarnaast is textielkunst een onderdeel van de beeldende kunst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten